8/11
Natuurthema

Belang van agrarisch
gebied voor de biodiversiteit

Dat het niet goed gaat met de biodiversiteit is ondertussen algemeen bekend. Recente berichten van het Europees milieuagentschap met betrekking tot de Europees beschermde natuur geven dit duidelijk aan. Opvallend hierbij is dat het vooral soorten binnen het agrarisch gebied zijn die in bijzondere mate achteruit gaan.

Belang van agrarisch
gebied voor de biodiversiteit

Dat het niet goed gaat met de biodiversiteit is ondertussen algemeen bekend. Recente berichten van het Europees milieuagentschap met betrekking tot de Europees beschermde natuur geven dit duidelijk aan. Opvallend hierbij is dat het vooral soorten binnen het agrarisch gebied zijn die in bijzondere mate achteruit gaan.

We zien dit o.a. vooral bij de boerenlandvogels, zoogdieren en insectendiversiteit. Zo is de haas ondertussen een rode lijst-soort in Nederland. De patrijs nam in met meer dan 70% af in Nederland. De overige boerenlandvogels zoals de kievit, veldleeuwerik, grutto, etc. zijn helaas in hetzelfde bedje ziek. In Vlaanderen staat de haas nog als niet bedreigd op de rode lijst, hoewel gewijzigde landbouwpraktijken het hem bij ons ook moeilijk maken. Hazen prefereren kleinschalige landschappen met kleinere percelen extensief begraasd weiland, botanisch interessante graslanden, onkruidrijke winterstoppels en brede bloemrijke akkerstroken. Rust is daarbij belangrijk, de jonge haasjes over-
leven het best in grasland dat niet te dikwijls wordt gemaaid en niet wordt begraasd. Winterbeschutting vinden hazen in kleine bosjes, houtkanten en groenbemesters. De waarnemingen van hazen in Limburg geven ook aan dat de soort nog regelmatig waargenomen wordt. Dit kan echter deels te maken hebben met het toenemend aantal waarnemers en wandelaars die tijdens de Covid-crisis frequenter in de natuur vertoeven.

Figuur 1: Verspreiding van de haas in Limburg volgens waarnemingen.be

termijn reeds twee verkeersslachtoffers gevallen, wellicht twee van de vier welpen van August en Noëlla. Dit zoveelste verkeersslachtoffer uit onze dierenwereld toont wél aan dat de impact van versnippering op populatieniveau echt wel groot kan zijn, zeker voor zeldzame soorten.

Periodieke monitoringprojecten

Hoe belangrijk het Vlaams  ontsnipperingsplan (VAPEO) ook is,  alleen is het onvoldoende om de problematiek op te lossen. Alle lijnvormige infrastructuur kent haar eigen problematiek van versnippering en risico’s voor dieren. We roepen de beheerders van deze infrastructuren dan ook op om eigen ontsnipperingsmaatregelen te nemen. Ieder verkeersslachtoffer is er één te veel. Dat dergelijke ontsnipperings-maatregelen ook effectief zijn in de bescherming van andere soorten dan zoogdieren wordt door periodieke monitoringprojecten ook duidelijk gemaakt.

Figuur 2: Verspreiding van de patrijs in Limburg volgens waarnemingen.be

Alternatieve locatie

Er wordt vandaag sterk ingezet op de aanleg van vrijliggende  fietspaden en de uitbouw van fietssnelwegen. In Limburg gaat het o.a. om volgende trajecten: Hasselt-Genk, Hasselt (Corda), Hasselt (Trichterheide), As-Maasmechelen, Heus-
den-Zolder (Mijn), Berin-gen (Mijn), Ham (Noord), Lanaken-Maastricht, La-naken en Tongeren-Luik. Doorheen natuurgebied kunnen deze dodelijk zijn
voor reptielen en insecten zoals grote kevers en vlinders die het snel opwarmende asfalt gebruiken om op temperatuur te komen. Bij de afweging komen natuurrisico’s vaak niet aan bod, laat staan milderende maatregelen of een alternatieve locatie.

Gezonde bodem

Alarmerend is dat het de laatste tien jaar ook slechter gaat met een aantal insecteneters: egel, vale vleermuis, rosse vleermuis, baardvleermuis en Brandts vleermuis. Predatoren van insecten krijgen te kampen met een flinke afname van insecten, die is ontstaan door een combinatie van factoren waaronder intensivering van agrarisch landgebruik, gebruik van meer stikstof en fosfaat dan het systeem kan vasthouden, het gebruik van insecticiden en de versnippering van het landschap.

Om problemen het hoofd te bieden dient er ingezet te worden op: een gezonde bodem en een lokaal gesloten agrarische kringloop, voorzien van een regionale groen-blauwe dooradering die is aangesloten op grotere natuurgebieden. Het verminderen van de drukfactoren bestaat onder andere uit het terugdringen van het gebruik van insecticiden en ontwormingsmiddelen, het terugdringen van mestgift, ruimte creëren in het teeltschema en het voorkomen van monoculturen. Over de wijziging van het gemeenschappelijke landbouwbeleid is Natuurpunt op basis van wetenschappelijke consensus kritisch over de nieuwe Europese plannen. Het komt er nu op aan om samen met de andere stakeholders aan concrete maatregelen te sleutelen die van biodiversiteit geen obstakel maar een troef maken in het verdienmodel van onze landbouwers. Natuurpunt wil daar constructief aan meewerken, maar trekt daarbij wel dezelfde onderlat als de landbouworganisaties. Net zoals een boer op het einde van het jaar zijn rekening in het groen wil zien, willen wij hetzelfde bereiken met alle op rood staande alarmlichten voor biodiversiteit in landbouwgebied. Opvallend was dat aan zowel Vlaamse als Belgische zijde een ruime meerderheid van de Europarlementsleden de afgezwakte GLB-deal niét steunden. Natuurpunt ziet daarin een politiek signaal naar de GLB-vertaalslag die nu in Vlaanderen moet gebeuren.