5/7
Natuurthema

WAT VINDT ONZE FAUNA VAN STIKSTOF

WAT VINDT ONZE FAUNA VAN STIKSTOF

Over de impact van stikstof op onze natuurgebieden is reeds veel bekend. Meestal handelt deze kennis echter over de impact op de verschillende vegetatietypes en Europees beschermde habitats. Over de impact op onze fauna is echter minder geweten. En wat vertelt de paradox over het natuurbeheer ons? Kunnen we alles oplossen met meer of ander beheer? Een bloemlezing over de beschikbare kennis hieromtrent vindt u in dit artikel.

Inleiding

De effecten van stikstofdepositie op vegetaties en diverse habitattypes zijn goed onderzocht. Deze effecten worden o.a. veroorzaakt door intensivering van de landbouw, maar ook door verbranding van fossiele brandstoffen, industrie en transport. Voor de verschillende Europees beschermde habitats zijn in de literatuur grenswaarden gedocumenteerd waarbinnen de habitats en vegetaties zich nog goed kunnen ontwikkelen. Vooral in Nederland heeft men hier veel onderzoek op gedaan en heeft men op basis van beschikbare literatuur uit geheel Europa grenswaarden aangeduid. In Vlaanderen zijn deze grenswaarden overgenomen in de criteria voor de beoordeling van de lokale staat van instandhouding. Ook hoe we moeten beheren in functie van de verschillende Europese habitats is goed gedocumenteerd door o.a. het INBO.

Een ecosysteem bestaat echter niet alleen uit vegetaties. Voor allerhande faunagroepen is de kennis van de impact van stikstof veel beperkter. Wat weten we er wel over?

Hoe ontstaan effecten op allerhande faunagroepen?

Diverse onderzoeken de afgelopen jaren hebben zich gefocust op de wijze waarop stikstof een effect heeft op enkele belangrijke faunagroepen. Een overzichtsartikel uit 2017 bundelt de kennis die tot dan gekend was. Via zes mogelijke wegen kan een overmaat aan stikstof een effect hebben op diverse faunagroepen:

  1. Toename van chemische stress;
  2. Verandering van de vochtigheid  en temperatuur van het micro-klimaat;
  3. Vermindering van de reproductie;
  4. Verandering van voedselbeschikbaarheid (kwantiteit aan plantenbiomassa);
  5. Verandering van de voedingswaarde (kwaliteit van de plantenbiomassa);
  6. Veranderingen in het voedselweb door verandering in beschikbaarheid van prooien en interacties met pathogenen

Achteruitgang van bodemorganismen

Één van de best onderzochte cases is de impact van stikstof op o.a. bodemorganismen. Vaak zijn insecten (zoals sprinkhanen of geleedpotigen) de onderzoeksobjecten in deze studies. Zo toont onderzoek o.a. aan dat stikstofoxiden en ammonium/ammoniak een vermindering van de reproductie van veldkrekels met zich meebrengt. Deze effecten ontstaan indirect door de verzuring van droge heidegebieden.

Veldkrekel © Lex Peeters

Wat kan beheer betekenen?

Regelmatig wordt gesteld dat intensivering van het beheer in natuurgebieden de negatieve effecten van stikstof, en andere nutriënten die in te hoge concentraties aanwezig zijn, de oplossing is. Voor diverse Europese habitats klopt dit gedeeltelijk. Intensiever beheer kan de overmaat aan stikstof wel afvoeren, maar dit is nadelig voor planten en dieren met een langere voortplantingscyclus. Verschillende wetenschappelijke studies documenten hoe beheer kan inspelen op de te hoge stikstofconcentraties. Zonder paal en perk te stellen aan de toenemende belasting van stikstof op onze natuurgebieden is het echter dweilen met de kraan open.

Het is tevens de kwestie of natuurbeheerders moeten instaan voor dergelijk ‘crisisbeheer’. Het is een beetje hetzelfde als uw afval bij de buren droppen in de hoop dat zij het zullen opruimen. Dat doen we toch ook niet?

Daarenboven moeten we stellen dat vele traditionele beheermethodes om stikstofbelasting te verminderen, zoals plaggen, chopperen en maaien nefast kunnen zijn voor diverse faunagroepen. Ze zorgen er daarenboven voor dat ook andere nutriënten worden afgevoerd waardoor verzuring in de hand gewerkt wordt.

Naar een daadkrachtig stikstofbeleid

Herstelbeheer in natuurgebieden mag de komende maanden niet geponeerd worden als een gemakkelijk uit te voeren oplossing. In plaats daarvan verwachten we dat met volgende elementen rekening gehouden wordt om tot een daadkrachtig stikstofbeleid in Vlaanderen te komen:

  1. Stop het soepele vergunningenbeleid
  2. Zorg voor een bindend traject richting het behalen van de Kritische Depositiewaarde in 2030
  3. Koppel bindende extra reducties aan tijdelijke drempels
  4. Neem ook de milieueffecten van bemesten en beweiden mee
  5. Transparantie over illegale deposities uit het verleden is een absolute voorwaarde
  6. Leg niet enkel de verantwoordelijkheid bij de natuurbeheerders: natuurherstel is nl. geen gemakkelijkheidsoplossing en substituut voor emissiereductie
  7. Zet sterker in op reductie van bestaande deposities
  8. Bijkomende uitstoot inruilen voor vermindering of beëindiging van andere activiteiten is geen magische oplossing
  9. Gebruik accurate rekentools en meet werkelijke emissies
  10. Kies voor de ADC-toets bij duurzame infrastructuurprojecten. (A: zijn er alternatieve oplossingen? D: dwingende redenen van groot openbaar belang? C: compenserende maatregelen)

Heidevegetatie Mechelse Heide © Erwin Christis

De komende maanden zal Natuurpunt regelmatig natuurberichten verspreiden in verband met dit thema. Houd zeker www.natuurbericht.be goed in de gaten.